-
1 absurdité
absurdité [aapsuurdietee]〈v.〉1 dwaasheid ⇒ ongerijmdheid, onzin♦voorbeelden:fonzin(nigheid), ongerijmdheid -
2 говорить вздор
vgener. er met de muts naar gooien, onzin praten, onzin uitslaan -
3 нести околёсицу
vgener. kletspraatjes verkopen, onzin praten, wauwelen -
4 shoot off one's mouth
nonsens vertellen, kletsen, onzin praten -
5 dire des absurdités
dire des absurdités -
6 kariert
-
7 kariert reden
wartaal, onzin praten -
8 labbern
-
9 talk through one's hat
-
10 wild
adj. wild; woest; ongecontroleerd; kwaad; te keer gaan; stormachtig; niet natuurlijk--------adv. wild; ongecontroleerd; doelloos--------n. woestenij, wildernis; (vrije) natuur; (in het) wildwild1[ wajld]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; the; vaak meervoud〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————wild2〈 wildness〉3 onbeheerst ⇒ onstuimig, grillig, losbandig6 dol ⇒ gek, waanzinnig7 woest ⇒ woedend, razend♦voorbeelden:drive wild • gek makengo wild • gek wordenwild idea • fantastisch ideea wild guess • een gok/gissing in het wilde weg, zomaar een gokwild horses wouldn't get/drag it from/out of me! • voor geen geld ter wereld vertel ik hethe has sown his wild oats • hij is zijn wilde haren kwijtwild camping • vrij kamperenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 woest ⇒ enthousiast, dol♦voorbeelden:————————wild3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский